Noorder Dierenpark Emmen (1935-1970)

Het dierenpark van mijn vader, geschreven door Jan Oosting
Het dierenpark van mijn vader is het honderdste boek dat door Uitgeverij Drenthe is geproduceerd c.q. is uitgegeven!
Het dierenpark van mijn vader is het honderdste boek dat door Uitgeverij Drenthe is geproduceerd c.q. is uitgegeven!
Enkele jaren geleden is Jan Oosting (Emmen, 1947) begonnen met onderzoek naar ‘het dierenpark van zijn vader’. In 1935 opende zijn vader Willem Sjuck Johannes Oosting (1906-1983) in Emmen het Noorder Dierenpark, waarvan hij vanaf 1935 tot 1970 directeur was. In blokken van vijf jaar beschrijft Jan Oosting aan de hand van de kernwoorden jeugd (1906-1925), verkenning (1926-1930), verwerkelijking (1931-1935), uitbreiding (1936-1940), oorlogsjaren (1941-1945), herstel (1946-1950), bloei (1951-1955), vernieuwing (1956-1960), bekendheid (1961-1965), worsteling (1966-1970) en missie (1971-1983) de passie van zijn vader voor dieren. Willem Oosting droomde als kind dat hij ooit directeur van Artis zou worden. Dat zou hij niet bereiken, maar met zijn passie realiseerde hij zijn ambitieuze plannen voor een dierenpark in Emmen op een authentiek landgoed met een eeuwenlange geschiedenis. Samen met zijn vrouw Tineke Bosma (1907-1960) wist hij een prachtig stukje natuur in het centrum van Emmen te veranderen in een veel geprezen dierenpark, waarbij eeuwenoude, natuurlijke sporen bewaard zijn gebleven.
De verschijning van dit boek is mede mogelijk gemaakt dankzij subsidies van het Prins Bernhard Cultuurfonds Drenthe en de Stichting Jaap en Aleid Rensen.
Verkrijgbaar
Het boek Het dierenpark van mijn vader is in de erkende boekhandel voor € 29,00 verkrijgbaar; in Emmen onder andere bij boekhandel Vermeer en Readshop Boelens.
Het boek kan ook bij Uitgeverij Drenthe worden besteld door € 35,00 over te maken op rekening NL 22 INGB 0001 3429 77 ten name van Uitgeverij Drenthe, Pinksterbloem 42, 9411 CH Beilen met vermelding van naam, adres, postcode en woonplaats. Het boek wordt dan op werkdagen (maandag tot en met vrijdag) binnen 24 uur met pakketpost (post.nl) verstuurd. De verzendkosten, € 6,00, gelden voor Nederland.
In heldere taal schetst Jan Oosting hoe zijn ambitieuze vader, daarbij gesteund door zijn vrouw Tineke, het dierenpark opbouwde en uitbreidde. Na de oorlogsjaren volgden perioden van bloei, vernieuwing en bekendheid. Eind jaren ’60 van de vorige eeuw braken er moeilijke tijden voor het park aan. Financiële middelen om het park op te knappen ontbraken en er moest een nieuwe koers worden uitgezet om het park een nieuw elan te geven.
Tineke Bosma en Willem Sjuck Johannes Oosting


Verantwoording
...
Min of meer in de vorm van een dagboek probeer ik de lezer/lezeres te laten zien hoe van jaar tot jaar het dierenpark van mijn vader zich ontwikkelde. De brieven en ansichtkaarten van mijn moeder aan haar vriendin Lien Tieleman en aan ons gezin, alsook mijn vaders brieven aan mij en een manuscript over het ontstaan van het Noorder Dierenpark van mijn vaders zuster Digna Gerritzen-Oosting, verschaften mij de nodige informatie, evenals berichten in met name de Emmer Courant, het Nieuwsblad van het Noorden en de site Historisch Emmen van Johan Withaar. Veel heb ik ook te danken aan het geheugen van oud-dierverzorger Rieks Scheve, die van 1965 tot 1970 mijn vader als werkgever had. Tenslotte had ik nog de beschikking over mijn eigen geheugen en de door mij in de loop der jaren verzamelde gegevens.
…
Jeugd (1906-1925)
Willems jeugd en ambitie
In het gemoedelijke Emmen groeit mijn vader Willem beschermd op bij zijn liefdevolle ouders, zijn zes jaar oudere zus Digna en tussen allerlei dieren: gezelschapsdieren, zoals een geit en een bok, pluimvee en andere dieren. Stel in die dagen aan de vierjarige kleuter de vraag: “Wimpie, wat wil je later worden?”, dan is het antwoord: “Clown.” Waarschijnlijk heeft mijn vader met zijn ouders een circusvoorstelling in Emmen gezien. Vrijwel jaarlijks komt een circus naar Emmen, en op vijfjarige leeftijd, vermoedelijk na een tweede circusbezoek, zijn de ambities al gegroeid en is het antwoord “Circusdirecteur,” daarmee meteen de voor hem erg begeerlijke circusdieren annexerend. Wanneer mijn vader op zesjarige leeftijd met zijn ouders voor het eerst de Amsterdamse dierentuin bezoekt, is zijn vurige wens om directeur van Artis te worden. Dat zal de rest van zijn jeugd zo blijven. De hoofdstedelijke dierentuin is in die jaren alleen op zaterdagen voor het publiek opengesteld. Vermoedelijk heeft hij tijdens een van de twee kwartjesdagen in september de tuin met zijn ouders bezocht. Het joch brengt zijn ouders tijdens een treinreis naar de hoofdstad nogal in verlegenheid door heel gek te doen en zo de aandacht van de gehele coupé op zich te vestigen. De clown uithangen is hem nu eenmaal niet geheel vreemd.
Digna en mijn vader met de Duitse staande korthaar Hector, die bij het Drostendiep de koeien achter zich aan kreeg. Deze foto is door mijn opa Jan omstreeks 1910 gemaakt.


Verkenning (1926-1933)
Tuinman Berend Gewald
Mijn grootouders zien dat hun zoon met zijn plannenmakerij naast Bertus ook een gewillig oor vindt bij hun tuinman Berend Gewald. Die gaat niet alleen geheel in de plannen mee, maar komt ook met technische oplossingen en handige tips. Ze verbazen zich zo over deze onvermoede kwaliteiten van hun gardenier, dat ze het geen bezwaar vinden dat hij zo af en toe zijn tuinwerkzaamheden op een laag pitje zet, om met hun zoon ideeën te spuien en uit te werken.
Berend Gewald (1905-1961) voor de ingang van het dierenpark in 1939
Verwerkelijking (1934-1935)
Opening op maandagmorgen 27 mei 1935
Tot maandagmorgen vroeg moeten er nog enkele dingen gebeuren, zoals de opstelling van hekken en het spannen van een lint daartussen voor de openingshandeling.
Burgemeester Bouma komt een kwartier eerder, voor hij om half twaalf een geestige toespraak houdt. Opmerkelijk is zijn uitspraak dat de betekenis van het dierenpark tot ver buiten de grenzen der gemeente zal gaan, daar het niet werd gebouwd voor één gemeente of voor één provincie, doch ‘voor allen boven Zwolle’.
Burgemeester Bouma knipt het lint door. Geheel rechts staat Lei Oosting-Oosting, links van haar met pochet Willem Sjuck Johannes Oosting. Links van burgemeester Bouma staat vader Jan Oosting.


Uitbreiding (1936-1940)
Emmer Courant: Wildpark wordt een fraai geheel
In de maanden april en mei besteedt de Emmer Courant veel aandacht aan het Wildpark in wording. In april meldt de krant dat het Emmens Wildpark een fraai geheel wordt en dat er met koortsachtige haast in mei wordt gewerkt aan de grootste uitbreiding van het Noorder Dierenpark met het Wildpark, dat een unicum is. Er moet nog veel gedaan worden om tijdig voor de openingsdag op 26 mei 1938) gereed te zijn. De krant vervolgt: ‘Zoals men weet, zal het wildpark gelijktijdig met de A.N.T.O. (Algemeen Nederlandsche Tuinders Organisatie op 21 mei opengesteld worden, dat is enige dagen eerder dan aanvankelijk de bedoeling was, omdat gerekend werd op 26 mei, Hemelvaartsdag. Bovendien veroorzaakte de bouwstaking enige vertraging en werkt het weer niet zo mee als voor de veelomvattende beplantings-werkzaamheden wel wenselijk was.
We hebben ons dezer dagen onder leiding van W.S.J. Oosting op de hoogte kunnen stellen van wat er in de oude Willinge’s kampen gaande is, en daarbij een voorproefje gehad van de bekoorlijkheden, die het ruime terrein straks de duizenden bezoekers zal bieden.’
Deze foto van de ‘sloot’ in de Willingekampen is door mijn opa Oosting omstreeks 1915 gemaakt. Op het eind van deze ‘olde Weiert’, een drinkplaats voor koeien, komt later het waterbuffelverblijf. Deze sloot bleef ook in het Wildpark in het Noorder Dierenpark gehandhaafd. Anno 2020 zijn nog delen van de oorspronkelijke sloot in het Rensenpark terug te vinden.
Oorlogsjaren (1940-1945)
Chimpansee op de rechterstoel
De chimpansee Tommy II (opvolger van Tommy I) die eind mei 1939 gelijktijdig met chimpansee Hella in het park komt, blijkt erg vrijheidslievend en handig. Hij breekt een aantal keren uit en is dan niet zomaar te vangen. De laatste keer dat hij ervandoor gaat, is hij zelfs onvindbaar. Uiteindelijk neemt een van de oppassers tijdens zijn zoektocht een kijkje bij het naast het dierenpark gelegen gebouw van het kantongerecht Emmen. Een van de ramen aan de achterkant is geopend en staat niet op de spanjolet en er ligt wat zand op het raamkozijn. Naar binnen kijkend ziet hij een geopende deur. Daarop besluit hij door alle ramen te kijken. Tot zijn schrik ontwaart hij in een aangrenzend klein vertrek, blijkbaar de archiefkamer, een enorme ravage. Paperassen liggen overal verspreid en zijn evenals de muren beklad met inkt. Maar wie schetst zijn verbazing als hij door een van de ramen van de rechtszaal op de rechterstoel Tommy ziet zitten, notabene met een penhouder in de hand. Een grote inktfles ligt geopend op de vloer. Nadat de chimpansee in de rechtszaal met een banaan is benaderd en gevangen wordt, blijkt pas goed hoe groot de ravage is die hij heeft aangericht. Na enkele dagen wordt zelfs duidelijk dat een lopende rechtszaak geheel opnieuw moet worden gestart.
Vermoedelijk besluit mijn vader in verband hiermee nog datzelfde voorjaar Tommy II definitief naar Artis te doen, waar hij inmiddels met Hella twee maal overwinterd heeft.
Tommy op de zetel van de rechter, een cartoon van Eppo Doeve (1907-1981)


Herstel (1946-1950)
Nieuw leven in het park
Deze winter (afgelopen december, januari of februari) zijn er twee bruine beertjes geboren. Moeder Bella als oudste stammoeder zorgt goed voor de twee.
In maart ziet een kameeltje het levenslicht.
De geboorte van een kameeltje in maart 1949 met dierenarts Vrielink, mijn vader, twee oppassers en verspreide hulpmiddelen: twee emmers (met water en sop) en een touw.

Bloei (1951-1955)
Poema vecht met panter (1)
Zondagmiddag 6 september 1953 zien twee bezoekers dat de ijzeren schuif van het buitenverblijf in het Roofdierengebouw, die toegang geeft tot het binnenverblijf van een panter, een eindje openstaat. Wanneer de vrouwelijke poema die daar op dat moment zit er haar poot doorheen steekt, ontstaat een gevecht tussen haar en een volwassen panter die binnenzit. Onder de intussen halfgeopende schuif wordt de poema zo toegetakeld dat zij niet meer kan staan en zich half liggend moet verdedigen.
Foto van parkfotograaf Jos Lange: panter.

Poema vecht met panter (2)
Even later wordt de overigens zelf zeer agressieve poema opnieuw aangevallen en bijten en klauwen de dieren elkaar weer hevig. Mijn gealarmeerde vader weet ten slotte met enkele oppassers en met behulp van een paar emmers water de dieren te scheiden, waarna ieder in zijn eigen kooi kan worden gedreven. Ondanks haar verwondingen blijkt de poema nog tot lopen in staat, alhoewel twee pogingen om op het in de hoek aangebracht platform te springen mislukken. Niettemin geneest de poema na dit hachelijke avontuur weer geheel.
Foto van parkfotograaf Jos Lange: twee poema’s.

Vernieuwing (1956-1960)
Opfleuren van bedlegerige oma
Mijn oma Oosting die enkele jaren geleden een beroerte heeft gehad is de laatste tijd nogal bedlegerig. Mijn moeder bedenkt dat ik staande op een ezel langs haar slaapkamerraam zou kunnen rijden. Dit plannetje wordt uitgevoerd en vanuit mijn hoge positie zwaai ik naar haar. Teruggekomen bij de Ezelbaan, wordt tenslotte deze foto gemaakt.
Hier sta ik op muildier Prins in de Ezelbaan met verzorger Roelie Ananias.
Bekendheid (1961-1965)
Rieks Scheve
Nadat de negentienjarige Rieks Scheve in mei in de Emmer Courant een oproep leest om als assistent-oppasser te solliciteren bij het Noorder Dierenpark, gaat hij er nog diezelfde dag naartoe. Rond half vijf meldt hij zich bij de ingang en wordt door de caissière verwezen naar de witte villa. Als hij daar het erf oploopt, komt hem een man tegemoet. Rieks vraagt deze naar meneer Oosting, waarop hij het antwoord krijgt: “Kom morgen maar om vier uur terug, dan is meneer Oosting er wel.” De volgende dag komt Rieks om die tijd terug en belt bij de witte villa aan. De man die hem gisteren had teruggestuurd, blijkt mijn vader zelf te zijn. Rieks wordt aangenomen en begint dinsdag 1 juni met zijn baan als oppasser in het park.
Rieks Scheve in 1965 met tijger Harimau in de kooi van het Quarantainegebouw


Worsteling (1966-1970)
Pientere leerlinge
Op zaterdag 28 mei 1966 vermeldt de Emmer Courant dat Annabel een pientere leerlinge blijkt en dat ze hoewel nog geen jaar oud is, al een programma met een twaalftal kunstjes heeft en zich gedraagt als een volleerde circusartieste. Het olifantje voelt zich bijzonder tot muziek aangetrokken en bespeelt met kennelijk plezier de mondharmonica. Haar leermeester is dan ook van plan op dat gebied door te gaan.
Boven: Oppasser Koning leert de jonge Annabel kunstjes.
Links: Annabel wandelt in het Noorder Dierenpark

Met stille trom
Het beëindigen van zijn directeursbaan valt mijn vader zwaar. Zijn hoofd staat er niet naar om bij een eventuele afscheidsreceptie complimenten in ontvangst te nemen. Wanneer hij begin december verhuist - hij kan nog tot het eind van het jaar in de witte villa blijven wonen - zal hij de eer aan zichzelf houden en met stille trom vertrekken.
‘Mijn vader poserend met zijn blauwgele ara’, acryl op doek (30x40 cm), Jan Oosting (2020), privécollectie.
Terug in het dierenpark
In 1974 bezoekt mijn vader met Betty het Noorder Dierenpark. Ik tref hem daar. Hij heeft dan net de Vliegkooi bezocht waarover hij opmerkt die mooi te vinden. Er zijn natuurlijk dieren die hem herkennen, zoals Winston en niet te vergeten het capucijneraap Kesi, die zodra hij mijn vader ziet, zo’n beetje gek wordt van emotie.
We wandelen met z’n drieën naar de uitgang en dan richting het station, want ze reizen met de trein. Halverwege stopt hij even in de Hoofdstraat om een logement aan te wijzen, waar je in zijn jeugd kon logeren. Door de pittoreske bouw ervan zou het ook in Artis niet misstaan hebben. Terwijl ik naast hem verder wandel, realiseer ik me dat het toerisme in Emmen juist vooral door zijn toedoen een grote vlucht heeft genomen. En dat hij na zijn jeugdige ambitie om directeur van Artis te worden, volwassen geworden, zelf een dierenpark begonnen is, dat hiertoe geleid heeft.
Het door mijn vader aangewezen pand Naber-Ten Napel aan de Hoofdstraat in Emmen dat in 1910 gebouwd is.


Kaarten en gidsen
Het Noorder Dierenpark is in de jaren dertig van de vorige eeuw aangelegd op een terrein dat in de 18de eeuw het zogenaamde Willingegoed was.
Lucas Willinge (1721-1802) werd in 1772 benoemd tot schulte van Emmen. Hij kocht het schultehuis van zijn voorganger, waarna het huis en het land achter de woning het Willingegoed heette. Hij liet op het land achter zijn woning een renaissance-tuin met grachten en lanen aanleggen die voor een deel tot op heden bewaard zijn gebleven. Verschillende geslachten Willinge woonden na hem in het ‘schultehuis’.
Na het overlijden op 27 december 1935 van de laatste bewoner, Gesina Willinge, werd het huis gekocht door de Emmer wethouder Roelof Zegering Hadders. Hij liet het ‘witte huus’ in 1936 afbreken en bouwde er een kapitale villa, de Lindenhof. Een deel van de gronden van de familie Willinge (Het Land) was toen al in bezit van de familie Oosting als Noorder Dierenpark. Sinds 1984 behoort ook de villa tot het Noorder Dierenpark.
Op de Hottingerkaart (1773-1794) is de vorm van het Willingegoed op het einde van de 18de eeuw herkenbaar: de aangelegde renaissancetuin met zijn ‘lanen’ en ‘grachten’ die in het Rensenpark anno 2020 zijn terug te vinden.
Medewerkers
Mans Meppelink (1912-1997) werkte van 1937 tot 1941 als oppasser van onder meer de koningstijgers die in 1937 in het park waren gekomen. Vooral voor deze had hij veel liefde. Zo schreef hij op de achterzijde van de foto rechtsonder het volgende: ‘Tijger van 1 jaar oud die door mij is opgetrokken. Hij was zo klein dat hij geen goudspuit kreeg, omdat deze te duur was, omdat ze dachten dat hij spoedig dood zou gaan. Voor hem en zijn zusje zijn toen twee olifantjes geruild. Ik heb geschreid, toen zij in 1939 weggingen.’
Links: Mans Meppelink met één van zijn koningstijgers
Onder: Bezoekers, vanaf links: Drie Drentse boerinnen aaien een leeuwenwelp, familie Slik in de jaren '30 in de Ezelsbaan, het nijlpaard Winston wordt gevoerd en toeschouwers bij Winston.


Jos Lange (1908-1983)
In de jaren vijftig kwam Jos Lange doorgaans op zondagen met zijn gezin naar Emmen, waar hij ons en het park bezocht. Daar maakte hij dan (vaak in gezelschap van mijn vader) foto’s, terwijl mijn zus Ernestien en ik ons vermaakten met hun dochter en zoon door bijvoorbeeld in onze tuin een vuurtje te stoken en aardappels te poffen. Mijn vader gebruikte zijn foto’s voor free-publicity, voor folders en Nieuwjaarswenskaarten. Dieren hadden voor Jos Lange als fotograaf ook in zijn persoonlijke leven zijn belangstelling. In een eigen aquarium stonden vissen model.
Rechts: Leguaan
Onder: Gelaatsuitdrukkingen van een tijger
Foto’s van Hanke Kleinstra-Brinkgreve (1925-2000)
Vanaf 1963 bezocht Hanke Kleinstra-Brinkgreve regelmatig samen met haar man, fotograaf Hille Kleinstra, het Noorder Dierenpark om er foto’s te maken. In Afrika hadden zij en haar man veel dierenfoto ‘s gemaakt. Het eind 1964 geboren ijsbeertje Liesbeth en kraagbeertje Tania, beide door de moeder verstoten, fotografeerde ze wekelijks tijdens hun verzorging. In de jaren zeventig en tachtig gebruikte zij vooral de Afrika-dia’s voor haar lezingen over het zwarte continent, die zij door het hele land hield. In 1985 was ze bij de opnames voor de film ‘Out of Africa’ die ondere andere in Nairobi in het huis van de Deense Karen Blixen werden gemaakt. Hanke was het die deze film in Nederland introduceerde.
Links: Leeuw in het roofdierenverblijf
Onder: Grantzebra’s in het Wildpark (1965), jonge lama (1965) en Dybowskihert in het Wildpark (1965)


Nog meer foto’s
Ik heb voor de volgende bladzijden nog een aantal foto’s van andere fotografen uitgezocht. Zij komen uit het gemeentearchief Emmen en uit verschillende particuliere collecties. Daarnaast zijn er wat foto’s uit onze familiealbums opgenomen.
Rechts: Manenschapen bij hun rots
Onder: Papegaai, bruine beren en kraagberen (1963)
Jan Oosting
Jan Oosting (Emmen, 1947) volgde vanaf 1965 de Kunstnijverheidsschool en vanaf 1966 de Rietveld Academie te Amsterdam. Na zijn eindexamen in 1969 vestigde hij zich als beeldend kunstenaar achtereenvolgens in Emmen, Den Andel en Hardenberg. In de laatste plaats woont en werkt hij vanaf 1978 met zijn vorig jaar overleden vrouw Jolanda. In zijn Atelier De Bente maakt hij voornamelijk schilderijen en af en toe ook beelden. Ook verzorgt hij er schildercursussen voor volwassenen en kinderen vanaf 6 jaar. Zijn inspiratie vindt hij in kustlijnen, met name de Deense stranden en duinen. In zijn acryl-schilderijen op doek lijken deze landschappen als het ware een verhaal te vertellen, naar het verleden te verwijzen. Bij deze ‘landschappelijke herinneringen’ duiken ook regelmatig figuren op, met name vrouwelijke naakten, waarbij de tinten van zand en huid duidelijk harmoniëren.


Het boek
Het boek ‘Het dierenpark van mijn vader’ verschijnt begin november 2020. Het formaat van het boek is 24 cm x 32 cm en het is genaaid, ingebonden met een hard kaft. Omslag en binnenwerk worden full colour gedrukt. Het ISBN/EAN nummer van het boek is: 978-90-75115-98-7
Bijzonder aan het boek is dat auteur Jan Oosting, in het dagelijks leven kunstschilder in Hardenberg, ruim twintig schilderijen over het Noorder Dierenpark heeft gemaakt, welke allen in het boek zijn opgenomen.
Door de auteur en Uitgeverij Drenthe zijn enkele duizenden foto’s en afbeeldingen uit de periode 1906-1980 verzameld. Daarbij zijn de collecties van de parkfotografen Jos Lange (1908-1983) en Hanke Kleinstra (1925-2000). Hiervan zijn er ruim 500 in het boek opgenomen.
In het boek zijn plattegronden uit verschillende perioden opgenomen, waaronder de prachtige tekening van het park uit 1934-1935, getekend door Berend Gewald.
Enkele aanvullende teksten, een voorwoord (door Martin Gaus), een verantwoording (door Jan Oosting), een nawoord (door dr. Maarten Frankenhuis, oud-directeur van Artis) en korte teksten over de parkfotografen Jos Lange (1908-1983) en Hanke Kleinstra (1925-2000) staan in het boek.
De verschijning van dit boek is mede mogelijk gemaakt dankzij subsidies van het Prins Bernhard Cultuurfonds Drenthe en de Stichting Jaap en Aleid Rensen.
Verkrijgbaar
Het boek Het dierenpark van mijn vader is vanaf 6 november 2020 in de erkende boekhandel voor € 29,00 verkrijgbaar; in Emmen onder andere bij boekhandel Vermeer en Readshop Boelens.
Het boek kan ook bij Uitgeverij Drenthe worden besteld door € 35,00 over te maken op rekening NL 22 INGB 0001 3429 77 ten name van Uitgeverij Drenthe, Pinksterbloem 42, 9411 CH Beilen met vermelding van naam, adres, postcode en woonplaats. Het boek wordt dan op werkdagen (maandag tot en met vrijdag) binnen 24 uur met pakketpost (post.nl) verstuurd. De verzendkosten, € 6,00, gelden voor Nederland.